De Indische bamboefluit, ook bansuri genoemd, is een uit één stuk bamboe vervaardigde dwarsfluit. De bansuri telt 6 of 7 gaten. Alle halve noten, accidentals en microtones worden verkregen door een unieke vingertechniek. De bansuri is één van de oudste muziekinstrumenten. Er werd reeds van de bansuri melding gemaakt in de Vedas. De bansuri is geassocieerd met de god van dans en muziek: Krishna.

De bansuri - 'bans' betekent bamboe en 'swar, shruti, shri, suri' betekent toon - is een bas fluit gemaakt van bamboe met 6 of 7 open vingergaten. De bansuri is een eenvoudig wind instrument zonder kleppen, met een toon ongeveer een oktaaf lager dan de Europese klassieke fluit en ze is veel meer resonant en flexibel in" tonal quality". Ze heeft geen kleppen voor "b" of "#" maar de halve- en kwartnoten worden verkregen door voorzichtig slechts een deeltje van het gat met de vinger te openen.